Burennetwerk
Burennetwerk is een vorm van laagdrempelige georganiseerde burenhulp en biedt ondersteuning aan mensen die dit nodig hebben en die geen beroep kunnen doen op hun eigen netwerk. Burennetwerk wordt centraal vanuit de VMCA gecoördineerd. De vrijwilligers worden in hun eigen wijk ingezet. Er is een nauwe samenwerking met de wijkwerkers. De vrijwilligers bieden hulp, zoals vriendschappelijk huisbezoek, (samen) boodschappen doen, wandelen (met of zonder rolstoel), vervoer binnen of buiten Almere, hond uitlaten, diverse soorten klussen, tuinonderhoud, helpen als tolk, etc. Vraag en aanbod worden bij elkaar gebracht door vrijwillige telefoonbemiddelaars.
Het aantal hulpvragen is gedaald. Hiervoor is een aantal redenen te noemen. De wandelgroepen die voorheen vanuit Burennetwerk werden uitgevoerd binnen de Zorgcentra zijn overgedragen aan de Zorgcentra zelf. Daarnaast is het aantal aanvragen voor boodschappen fors verminderd, wat veroorzaakt wordt doordat meer hulpvragers gebruik maken van online bestelmogelijkheden en bezorgservice. De samenwerking met de diverse wijkteams heeft een balans gevonden. Het is te merken aan het lagere aantal hulpvragen dat ook hulpbehoevende Almeerders het wijkteam beter weten te vinden. Daar waar het kon werd de hulpvraag met vrijwilligers in de wijk zelf opgelost. Wanneer het wijkteam geen wijkvrijwilliger kon vinden werd doorverwezen naar of afgestemd met Burennetwerk. Omgekeerd is er afstemming met het wijkteam als een vrijwilliger constateert dat er wellicht meer of andere hulp nodig is. Zowel de bemiddelaars die de hulpvragen aannemen als de vrijwilligers die bij de hulpvragers thuis komen hebben dus een belangrijke signalerende functie. We zien dat de binnenkomende hulpvragen ook vaak complexer zijn, waardoor het zoeken naar de juiste vrijwilliger(s) meer tijd kost. Daar waar Burennetwerk niet kon helpen werd altijd meegedacht en gezocht naar een andere oplossing.
Het aantal tuinaanvragen daarentegen is fors gestegen, terwijl het aantal tuinvrijwilligers nauwelijks toeneemt, ondanks uitgebreide werving. Hierdoor ontstaan wachtlijsten voor tuinonderhoud. De regels worden strenger gehanteerd bij het aannemen van een tuinhulpvraag. We maken hierbij onderscheid tussen de ‘niet willers’ en de ‘niet kunners’. Daarnaast wordt geïnvesteerd in nieuwe initiatieven: in Almere Buiten en Stedenwijk worden Tuin-Klusteams opgestart samen met bewoners, de woningbouwvereniging, het wijkteam en andere relevante samenwerkingspartners. Hierbij gaat een groep vrijwilligers bij hulpbehoevende wijkbewoners de tuin te onderhouden of binnenshuis kleine klusjes uitvoeren. Bij het zoeken naar vrijwilligers worden zowel vrijwilligers van Burennetwerk alsook wijkbewoners en bijvoorbeeld statushouders of mensen met afstand tot de arbeidsmarkt benaderd. Wanneer deze teams succesvol blijken te zijn zullen we dit concept verder uitrollen over andere wijken. De coördinatie van de klussen en aansturing van de teams ligt in handen van actieve wijkbewoners, de eindverantwoording blijft bij het wijkteam.
Ook het aantal aanvragen voor tolken is flink gestegen.
Het aantal vrijwilligers dat zich via Burennetwerk heeft ingezet is door het afnemend aantal hulpvragers ook afgenomen. In veel gevallen heeft een werkzoekende vrijwilliger bij het vinden van een vaste baan het vrijwilligerswerk opgegeven. Verder is het registratiesysteem verder opgeschoond en vrijwilligers die meer dan een jaar niet ingezet waren of eigenlijk niet inzetbaar waren zijn uitgeschreven. Het gemiddelde aantal verrichtingen per vrijwilliger is echter gelijk gebleven. Toch zijn er nog altijd genoeg vrijwilligers die zich graag inzetten voor een hulpbehoevende Almeerder en sommigen van hen zijn al jaren aan het Burennetwerk verbonden en zetten zich jarenlang in voor dezelfde hulpvrager.
Wel zien we een toename in ander soortige hulpvragen (zoals hulp voorafgaand aan een verhuizing of klushulp). We merken dat er steeds vaker door een organisatie naar de VMCA wordt doorverwezen met de boodschap: “Misschien kan een vrijwilliger u verder helpen.” Organisaties vragen steeds vaker of de hulpvraag die in het verleden door een betaalde kracht gedaan werd nu door een vrijwilliger gedaan kan worden. Daarbij is het belangrijk dat zowel de bemiddelaars als de coördinatoren in de gaten houden of het aannemen van de hulpvraag nog wel vrijwilligerswerk is. Tegelijkertijd is het de kunst om elke hulpvraag afzonderlijk te beoordelen en te doen wat nodig en mogelijk is.