Ik zorgde voor mijn broertje
Ik probeerde alle ballen tegelijkertijd in de lucht te houden
Mantelzorger zijn is verweven met mijn hele leven. Ik heb mantelzorg verleend aan mijn twee broers en aan mijn moeder. Helaas zijn ze alle drie overleden. Mijn laatste mantelzorgactiviteit was voor mijn jongste broertje. Hij had blaaskanker in een zeer vergevorderd stadium. Er waren uitzaaiingen en de blaas moest verwijderd worden. De mantelzorg voor mijn jongste broertje heeft de meeste impact op mij gehad. Ik werd na zijn overlijden depressief. Met ondersteuning van een psychologe geniet ik nu weer van het leven.
Toen mijn broertje ernstig ziek bleek te zijn, is hij eigenlijk direct bij mij ingetrokken. Ik was erg close met mijn broertje, dus ik deed het graag. Ik kwam meteen in een zorgmodus. Ik ging altijd mee naar de chemo’s, verzorgde zijn katheter en verving de pleisters. Verder bereidde ik natuurlijk lekkere hapjes, maakte ik grapjes en kocht ik zijn favoriete spulletjes. Ik nam de hele zorg over, ook van de wijkverpleging. Ik was voortdurend aan het switchen tussen die rollen. Op het moment dat ik vroeg of hij zijn medicijnen had ingenomen, kon hij mij als zus opzij zetten maar niet als verzorger. Het voelde als een soort gespleten persoonlijkheid.
Op een bepaald moment werd ik ook door de professionals meegetrokken in de verzorging. Ze vonden het fijn en praktisch als ik mee ging naar het ziekenhuis. Met mij konden ze het niet-emotionele gedeelte regelen. Dat was ook het moment dat ik ophield met zus te zijn en mantelzorger werd. Als je met de artsen praat over iemands leven en hoe beperkt dat gaat worden, moet je het emotionele gedeelte uitzetten. Je kunt op dat moment even niet de liefhebbende zus zijn. In die tijd voelde ik me vooral verschrikkelijk verscheurd tussen de verschillende rollen die ik had. Dat is voor mij wat een mantelzorger is, iemand die alle ballen tegelijkertijd in de lucht probeert te houden.
Als mantelzorger ben je in constante staat van paraatheid. Dat is ook een rol die zichzelf in stand houdt, want er gebeurt voortdurend wat. Door de enorme waslijst aan zorgactiviteiten had ik geen tijd voor mezelf. Het enige wat ik deed was op een surfplank blijven staan tussen alle golven die over mij heen kwamen. Ik was ontzettend blij dat ik toen nog werkte. Dat was een plek waar ik een duidelijke rol had. Ik hield me bezig met simpelere problemen en duidelijke oplossingen. Ik merkte in die tijd ook wel dat ik eigenlijk geen vrije tijd wilde. Door vrije tijd kun je stil staan en als je stil staat komt er een hele grote golf over je heen.
Toen de situatie van mijn broer uitzichtloos was, zijn we naar Barcelona gegaan. Daar hebben we genoten van alle dingen die hij nog wilde doen. Dat is een geweldige herinnering waar ik veel houvast aan heb. Ook heb ik veel houvast aan de VMCA gehad. De persoonlijke aandacht en de gesprekken hebben me erg geholpen. Daar krijg ik nog steeds kippenvel van. Dat is van onschatbare waarde geweest, echt. Daarnaast voelde het contact met de VMCA als een club waar ik bij hoorde en waar ik kennis kon vergaren. Die steun heb ik altijd als zeer prettig ervaren. (interview uit 2016)