Ik vind het belangrijk dat mantelzorgers op tijd hun grenzen aangeven in wat zij nog aankunnen.

Ik ben coördinator van de Vriendenkringen bij de VMCA en namens de VMCA wijkwerker in het wijkteam Tussen de Vaarten in Almere. Ik kom onder andere in contact met mantelzorgers via het inloopspreekuur van het wijkteam, of omdat ze bekend zijn in het buurthuis of omdat mensen mij vertellen dat anderen hulp nodig hebben. Door een huisbezoek probeer ik te filteren waar de mantelzorger tegenaan loopt. Soms is dat nog een behoorlijke klus. Mensen vinden het over het algemeen lastig aan te geven als iets te veel wordt. Mijn rol is onder andere om mantelzorgers te helpen hun grenzen aan te geven. Als het iemand te veel wordt, kijk ik samen met de mantelzorger hoe de zorg op een andere manier verlicht of ingevuld kan worden. Voor iedere mantelzorger is dat maatwerk.Mijn werk als wijkwerker is heel divers. Je kunt het zo gek niet bedenken of het komt wel naar de wijk. Om mantelzorgers aan de juiste partijen te koppelen, moet ik veel schakelen met verschillende organisaties en instellingen, en het netwerk van de cliënt. Mijn werk gaat echt om het bouwen van een netwerk en het verbinden met elkaar. Samen met de mantelzorger probeer ik te kijken of er nog meer mensen in de omgeving van de cliënt zijn die ook zorg voor deze cliënt kunnen bieden.

Ik vind het belangrijk dat mantelzorgers op tijd hun grenzen aangeven in wat zij nog aankunnen. Mensen gaan soms te lang door met het zorgen voor een ander. Als je partner bijvoorbeeld dement raakt, is het zeer moeilijk om aan te geven als het niet meer gaat. Zorgen voor familie zien mensen als een bepaalde vanzelfsprekendheid. Zelf deed ik voor mijn ouders de administratie en regelmatig de boodschappen. In mijn ogen is het een kleine moeite en het geeft veel voldoening.

Ik kom regelmatig in mijn werk als wijkwerker cliënten tegen die het contact met hun familie hebben verbroken. Ik hoop dat steeds meer mensen zich bewust worden van de noodzaak om voor elkaar te zorgen. Om tegenwoordig rond te komen, bijvoorbeeld met een koophuis, moet je in principe alle twee blijven werken om het financieel rond te krijgen. De tijd die je hebt voor het zorgen voor een ander is dus beperkt, maar ontzettend belangrijk.

Mijn partner en ik zijn al twintig jaar gastouder van twee gehandicapten jongens die in de weekenden regelmatig bij ons komen logeren. Dat is voor de ene jongen die nog bij zijn ouders woont met name een ontlasting voor zijn ouders. Voor de andere jongen die in een instelling verblijft, is het een verbreding van zijn netwerk. Ik heb het voor mijzelf nooit de stempel mantelzorg gegeven. Terwijl ik erover vertel, merk ik dat dit eigenlijk ook een vorm van mantelzorg is. (interview uit 2016)