Huisbezoeken in de Armoede Hotspots

Het doel van de huisbezoeken is het gebruik van inkomensondersteunende maatregelen te verhogen, het verstrekken van informatie over regelingen en voorzieningen en het bevorderen van sociale participatie van kwetsbare bewoners. In vooraf geselecteerde straten bellen vrijwilligers bij bewoners aan voor een laagdrempelig (preventief) gesprek aan de hand van een startbrief. Afhankelijk van de behoefte van de bewoner, komen in dit gesprek verschillende (financiële) regelingen en voorzieningen aan bod. De insteek is een breed gesprek te voeren. Indien van toe¬passing, vindt er nadien ook telefonisch contact plaats voor nazorg, waarin wordt gevraagd of de bewoner het advies heeft kunnen opvolgen, of dat er extra hulp nodig is. Er wordt nauw samen¬gewerkt met het wijkteam en sociale partners.

De wijken die in 2018 zijn bezocht zijn: Oostvaardersbuurt (afgerond: augustus 2018), De Laren (afgerond: november 2018) en Verzetswijk (start: november 2018). In 2018 hebben vrijwilligers in totaal bij 1.012 huishoudens aangebeld. Daarnaast zijn 133 appartementen in de koopsector benaderd per post. Het aantal bezochte huishoudens valt binnen de afspraken met de gemeente (1.000 per jaar), maar is lager dan 2017. Dit komt doordat er een kleine wijk (De Laren) is bezocht (154 woningen). Een kleine wijk kost aan voorbereiding evenveel tijd als een normale wijk (400+) en door het lage aantal woningen konden niet alle vrijwilligers ingezet worden.

Bijna tweederde van de bewoners is bereikt: bij deze bewoners heeft de vrijwilliger de project-doeleinden kunnen uitleggen.
Er zijn in 2018 meer huishoudens bereikt (65%) dan in 2017 (56%). Dit kan mogelijk worden verklaard doordat:

  • er veel aandacht is besteed aan face-to-face contact in plaats van contact via intercom, dit bevordert het vertrouwen van de bewoner en de bereidheid voor een gesprek;
  • er meer rekening is gehouden met het type bewoners, afgeleid uit startbijeenkomsten en burgerschaps- en communicatiestijlen; zo is de insteek vaker preventief geweest met het uitreiken van folders en nuttige websites, zodat bewoners zelfstandig verder konden;
  • er veel bereidwilligheid was in de wijk; zo stonden bewoners in de nieuwbouwwijk De Laren veelal erg open voor een gesprek aan de deur omdat ze graag wegwijs gemaakt wilden worden in hun nieuwe wijk.

In 2018 zijn er bij 230 huishoudens (preventieve) adviesgesprekken gevoerd. Het aantal huishoudens waar gesprekken zijn gevoerd is gestegen naar 23% ten opzichte van 10% in 2017. Deze stijging komt waarschijnlijk doordat bewoners zowel vraaggericht als vanuit preventief oogpunt zijn benaderd. Als bewoners aangaven geen (hulp-)vraag te hebben, kregen ze preventief informatie over het wijkteam en toelichting over websites en regelingen in de folder Rondkomen in Almere; deze informatie werd erg op prijs gesteld. In sommige gevallen kwam er alsnog een hulpvraag naar boven.

Het type adviezen is in lijn met voorgaande jaren. In de gesprekken werd regelmatig het wijkteam genoemd, inkomensafhankelijke regelingen werden toegelicht en voorzieningen/activiteiten in de wijk kwamen aan bod. Bewoners zijn om verschillende redenen naar het wijkteam verwezen: voor het aanvragen van voorzieningen en sociale fondsen, voor activiteiten en vrijwilligerswerk in de buurt, maatschappelijk werk, hulp bij formulieren/administratie (administratief spreekuur) of andere wijkteamtaken. Ook zijn bewoners preventief voorgelicht over wat het wijkteam doet.
Bij inkomensafhankelijke regelingen werd de folder Rondkomen in Almere doorgenomen en onder meer verwezen naar Berekenuwrecht.nl, Individuele inkomenstoeslag, Fonds Bijzondere Noden, Plangroep, en Jeugdfonds Sport en Cultuur. Daarnaast zijn bewoners gewezen op activiteiten in het buurtcentrum, bibliotheek of wijkteam.

Gilde Administratieve adviezen

De vrijwilligers van Administratieve adviezen bieden hulp bij zowel eenmalige als structurele vragen op het gebied van financiën en administratie.
Meer informatie hierover wordt gegeven in hoofdstuk 11 over het Gilde Almere, paragraaf 11.3.