https://youtu.be/r1BD57qmXho

Doe mee met Taal (impuls laaggeletterdheid)

In september 2017 is gestart met een impuls bestrijding laaggeletterdheid onder de naam ‘Doe mee met Taal’, vanuit aanjaaggelden Onderwijs. Deze impuls is een samenwerkingsverband tussen De Schoor, de VMCA en Humanitas en is speciaal gericht op methodieken om meer NT1’ers (mensen voor wie Nederlands de moedertaal is) te bereiken. Ook is er samenwerking met de Stichting Lezen en Schrijven en de Nieuwe Bibliotheek.

Voor deze impuls is een uitgebreid communicatieplan opgesteld, waarin via verschillende kanalen bekendheid gegeven is aan het project Doe mee met Taal. De campagne bestond uit twee delen, waarbij het eerste onderdeel zich richtte op de doelgroep en de naasten van de doelgroep (februari-augustus) en het tweede deel op het werven van taalvrijwilligers (augustus-november).
Het doel van de PR-campagne was om mensen zoveel mogelijk te bereiken en aan te spreken in hun eigen omgeving. In de supermarkt, in de bus, bij de sportschool, bij de huisarts, in het ziekenhuis, in het centrum van de stad, etc. Belangrijk daarbij was de boodschap dat de taalhulp dichtbij huis kon worden aangeboden, waardoor een gevoel van veiligheid en bekendheid kon ontstaan. De campagne benoemde de schaamtegevoelens die vaak bij de doelgroep NT1’ers aanwezig zijn (‘ik durf mezelf niet te laten zien’).

Naast de campagne is een centraal contactpunt voor Almere gecreëerd, waar zowel deelnemers als verwijzers, professionals en overige belangstellenden terecht kunnen voor informatie, aanmelden, vragen, etc. Dit is de website www.doemeemettaal.nl . Alle berichten op deze website komen binnen bij de VMCA. Het telefoonnummer dat op deze website vermeld staat, is het centrale nummer van de VMCA.

Tijdens de campagne is duidelijk gecommuniceerd dat een criterium voor deelname was, dat men Nederlands als moedertaal heeft. Door de gevoeligheid van het onderwerp en de beperkingen die er gelden in het communiceren van specifieke verschillen tussen NT1 en NT2 is het in de communicatie lastig gebleken om de juiste doelgroep te bereiken. Hierdoor hebben de campagnes veel taalvragen gegenereerd van bewoners met Nederlands als tweede taal (NT2’ers).

Er zijn ruim 300 reacties binnen gekomen via de website, waarvan 13 van NT1’ers. Daarnaast zijn er ook veel telefonische reacties binnen gekomen. Het grote aantal reacties geeft aan, dat de behoefte aan taalondersteuning in Almere groot is. Alle reacties zijn verwerkt en taalvragers zijn, indien van toepassing, doorverwezen naar een passende taalaanbieder of uitgenodigd voor een intakegesprek en in traject geplaatst. Dit heeft een groot beslag gelegd op de beschikbare tijd van de project¬medewerkers, vooral bij de VMCA.
Een ander gevolg is, dat de bestaande projecten inmiddels een lange wachtlijst hebben die vooral bestaat uit NT2’ers die voldoen aan de criteria van de taalprojecten.

Ook de campagne voor de werving van taalvrijwilligers heeft veel reacties opgeleverd. Maar liefst 55 vrijwilligers hebben op de campagne gereageerd. De eerste vrijwilligers die zich hebben aangemeld zijn uitgenodigd voor een individueel gesprek bij één van de taalaanbieders naar keuze. Omdat ook deze aanpak een groot beslag heeft gelegd op de beschikbare tijd van de projectmedewerkers en er veel aanmeldingen waren, zijn er voor de overige taalvrijwilligers bijeenkomsten georganiseerd waarbij alle formele en non-formele taalaanbieders in Almere aanwezig waren. Naar aanleiding van de presentatie en beschikbaarheid van alle partijen hebben de taalvrijwilligers een keuze kunnen maken waar zij als taalvrijwilliger ingezet wilden worden.
Ook hebben deze taalvrijwilligers de taaltraining aangeboden gekregen en is er al een groep nieuwe vrijwilligers getraind door de VMCA. In januari zal de VMCA nogmaals een taaltraining aanbieden aan nieuwe taalvrijwilligers die gereageerd hebben op de campagne ‘Doe mee met Taal’.

In Almere Haven is gebruik gemaakt van het draagvlak voor de aanpak laaggeletterdheid dat is ontstaan in het kader van Taalhaven. Met betrokken wijkwerkers en de wijkteammanager is een plan opgesteld om extra in te zetten op het signaleren van laaggeletterdheid NT1 door wijk-werkers in het wijkteam. Dit plan is door alle partners, door de werkdruk en zomervakantie, gedeeltelijk gerealiseerd.

In samenwerking met het wijkteam Almere Haven zijn netwerken in kaart gebracht en veel contacten opgebouwd met sleutelfiguren in de wijk en van diverse sociale initiatieven om aandacht te vragen voor laaggeletterdheid NT1.

Het opbouwen en onderhouden van een netwerk in de wijk betekent: een basis van vertrouwen creëren om tot samenwerking te komen, ruimte voor informele gesprekken en informeren in verschillende settings, samen optrekken om de doelgroep te bereiken, vaste contactpersonen die outreachend werken en vast aanspreekpunt zijn in de wijk. Deze aanpak wordt in 2019, weliswaar met een gering aantal uren van een van de partners, verder voortgezet.

Om de doelgroep rechtstreeks te bereiken is het belangrijk zichtbaar en bereikbaar te zijn, onder meer bij uiteenlopende bewonersactiviteiten en evenementen. Voornaamste doel hiervan is om informeel het gesprek aan te gaan over laaggeletterdheid, om mensen te informeren, maar vooral ook te luisteren naar ervaringen.

De projectperiode van ‘Doe mee met Taal’ is geëindigd per 1 november. Een uitgebreid evaluatie- en verantwoordingsverslag, inclusief aanbevelingen, is ter beschikking gesteld aan de gemeente.

Taal in Huis

Taal in Huis is een één-op-één begeleidingstraject van een jaar, waarbij een getrainde taal-vrijwilliger en een laaggeletterde één keer per week afspreken bij de deelnemer thuis, in de bibliotheek of in het buurtcentrum. Taal in Huis maakt deel uit van een samenwerkingsverband met diverse partner¬organisaties op het gebied van bestrijding laaggeletterdheid. Doel van het traject is deelnemers met een taalvraag maatwerk te bieden. De begeleiding is specifiek gericht op de vraag van de deelnemer. Hierdoor kunnen de doelstellingen binnen een jaar behaald worden. Ook wordt er binnen dit jaar gezocht naar een passend vervolgtraject om verder te gaan met taal.

Deelnemers melden zich zelf aan of komen via het eigen netwerk. Daarnaast worden ze aangemeld door de wijkteams, diverse andere hulpverleners of door één van onze partners. Deelnemers worden ook actief geworven. Dit gebeurt bijvoorbeeld via facebook of een advertentie in de krant. We informeren de wijkwerkers en de vrijwilligers die de administratieve spreekuren verzorgen en bezoeken diverse organisaties binnen Almere om te vertellen over laaggeletterdheid en de mogelijkheden van taalondersteuning. Ook zijn we samen met de partnerorganisaties aanwezig én zichtbaar op diverse evenementen in Almere.

In 2018 zijn er totaal 81 hulpvragers binnen Taal in Huis aan de slag geweest. 37 Deelnemers hebben hun traject afgerond, waarvan de meesten succesvol: 2 deelnemers zijn gestart met een HBO/MBO-opleiding, 6 deelnemers zijn doorgestroomd naar vervolgonderwijs bij één van onze formele partners, 2 deelnemers hebben een betaalde baan gevonden, 5 deelnemers zijn in contact gebracht met het wijkteam of gestart met een cursus in het buurtcentrum.
Daarnaast hebben 4 deelnemers het traject ‘Op naar vrijwilligerswerk’ gevolgd en zijn nu als vrijwilliger aan de slag. Helaas zijn ook enkele deelnemers voortijdig gestopt in verband met persoonlijke problemen. Op dit moment is er een wachtlijst.

Het aantal vrijwilligers is gestegen. Het werven van vrijwilligers heeft continu aandacht. Zo is er een facebookcampagne gehouden, naast andere wervingsacties, o.a. vanuit Doe mee met Taal.

Er zijn dit jaar drie nieuwe groepen taalvrijwilligers getraind. Hierbij waren ook een aantal nieuwe taalvrijwilligers van partnerorganisaties aanwezig.
Veel taalvrijwilligers zijn gepensioneerden, maar er zijn ook taalvrijwilligers met een betaalde baan die op hun vrije dag of in de avonduren een deelnemer willen ondersteunen. Een aantal taal-vrijwilligers is zelf op zoek naar een baan en ook zijn er regelmatig studenten die zich aanmelden als taalvrijwilliger.

Om de vrijwilligers goed voor te bereiden, wordt er tijdens het intakegesprek en de basistraining (4 dagdelen) veel aandacht besteed aan motivatie, verwachtingen en oplossingsgericht coachen. Er worden regelmatig workshops voor de vrijwilligers georganiseerd. Deze workshops gaan over het begeleiden bij de Nederlandse taal, materiaal en/of coaching. Ook worden er intervisie-bijeenkomsten georganiseerd. Goede begeleiding van de vrijwilligers, ook op didactisch gebied, is zeer belangrijk.